Ga gewoon met je rolstoel het ijs op voor een potje curling

Curling, wat is dat ook alweer? Misschien ken je het van het nieuwe tv-programma De Curling Quiz met Frans Bauer. Het is straks bij de Paralympische Spelen in Pyeongchang één van de sporten, want dat wist je misschien ook nog niet: je kunt curling zelfs spelen als je in een rolstoel zit.

Bij curling gaat het om tactiek, snelheid, richtingsgevoel en goed samenwerken. In het kort werkt het zo: je hebt een langwerpige ijsbaan met aan beide uiteinden een cirkel, die het huis wordt genoemd. Het is vervolgens de bedoeling dat ronde stenen over het ijs worden gegleden om zo dicht mogelijk bij het midden te komen.

Rolstoelcurling is in veel opzichten precies hetzelfde. Het enige verschil is dat je bij rolstoelcurling niet hoeft te vegen om de steen zo ver mogelijk te krijgen. Dat maakt het ook moeilijker, want als je de steen los laat kun je hem niet meer van richting veranderen.

De teams bij rolstoelcurling zijn gemengd en bestaan uit vier spelers, waarvan op zijn minst één man en één vrouw. Je kan dus ook in een team zitten met drie mannen en één vrouw. Die teamleden helpen je als je de 19 kilo zware steen moet wegstoten. Dat doe je, anders dan bij het reguliere curling, vanuit je rolstoel met een stok die precies over de handgreep valt.

Je moet dus wel genoeg kracht kunnen zetten. Het helpt dan als een teamgenoot jouw rolstoel achter je vasthoudt. Dan kun jij een flinke zwaai aan de steen geven. Kijk maar in dit filmpje hoe dat werkt.

In Nederland wordt rolstoelcurling helaas nog niet op heel veel plekken beoefend. Maar curling is wel steeds populairder aan het worden. Dus als je denkt: dit is iets voor mij, kijk dan of en waar het bij jou in de buurt is.