Topsport Gelderland: aanstormende talenten op weg helpen

De slogan ‘Gewoon.Sporten’ is Topsport Gelderland uit het hart gegrepen. De organisatie begeleidt topsporttalenten met een NOC*NSF-status en maakt daarbij geen onderscheid in aangepast of niet aangepast sporten. “Iedere jonge Gelderlander moet zijn of haar talent optimaal kunnen ontwikkelen,” vindt directeur Gudo Kramer. “Sport levert je zoveel op, bijvoorbeeld gezondheid, doelen stellen en natuurlijk plezier.”

Topsport Gelderland richt zich in hoofdzaak op aanstormende talenten. Ze geven hen begeleiding om te zorgen voor een optimale combinatie van school, sport en thuis. Dat varieert van hulp bij school- en studiekeuze tot voedingsadvies of het inschakelen van een sportpsycholoog. Kramer: “Coaches zetten een stip op de horizon, bijvoorbeeld de Olympische Spelen, en bepalen de jaardoelen. Alles daartussen is vaak een groot, grijs gebied en ook bonden hebben meestal geen tijd om jongere topsporters intensief te begeleiden. Dan helpen wij. Het gaat dus meestal om sporters die net onder de top zitten, sporters met een A-status hebben deze dingen vaak al wel geregeld.”

De weg wijzen
Topsport Gelderland helpt sporters, individueel en in groepsverband, om naar het brede plaatje te kijken en zo de topsportcarrière optimaal in te richten. “Als je bijvoorbeeld schaatser bent, weet je dat je uiteindelijk in Heerenveen terecht komt als je echt goed wordt. Dan zou het wel zuur zijn als je net een jaar daarvoor een studie hebt gekozen die nergens in Noord-Nederland wordt gegeven.” Van aangepast sporters krijgt Topsport Gelderland daarnaast vaak vragen over de extra voorzieningen die zij nodig hebben. “Die kosten uiteraard geld. Omdat we al veel sporters met een beperking hebben begeleid, weten we de weg naar eventuele vergoedingen.”

Meerdere sporten
Kramer wil talenten het liefst zo vroeg mogelijk opsporen. “We werken nauw samen met wetenschappers, bijvoorbeeld op de Hogeschool Arnhem Nijmegen. Daardoor weten we dat sporters zich motorisch beter ontwikkelen als ze tot hun 16e diverse beweegactiviteiten doen. In de praktijk zien we dat sporters juist snel kiezen voor 1 sport en zich specialiseren. Wij richten ons nu actief op de begeleiders om dat te veranderen.” Dat wil overigens niet zeggen dat sporters lid moeten zijn van meerdere verenigingen. “Het gaat om handig combineren van beweegaanbod, samenwerking tussen clubs. Zo zijn judoka’s al eens getraind door een turncoach om sneller te leren roteren. En geven loopclubs soms trainingen aan voetballers en hockeyers zodat die minder blessures oplopen.”

Talentherkenning van toppers in aangepast sporten
Topsport Gelderland begeleidt niet alleen talenten, maar helpt ook anderen bij de talentherkenning en talentontwikkeling. “Verenigingen kunnen altijd bij ons terecht met vragen en we geven workshops op dit gebied,” vertelt Kramer. “We hebben verder een project speciaal gericht op aangepast sporters, samen met de provincie en de Gelderse Sport Federatie. Een voetballer met een beperking die meedoet in de reguliere derde klasse zaterdagvoetbal kan in een specifieke paralympische klasse misschien een wereldtopper zijn. Maar hoe zie je dat? We dachten overigens dat we zouden moeten zorgen voor nieuw aanbod van aangepast sporten, maar dat blijkt er voldoende te zijn. Begeleiders willen juist meer weten over het werken met talenten.”

Jonge helden inspireren scholieren
Hoewel Topsport Gelderland de begeleiding richt op talenten die misschien wel de beste van de wereld kunnen worden, wil Kramer ook gewoon zoveel mogelijk mensen aan het sporten krijgen.  “Sporten brengt veel positieve effecten mee. Daarom leiden we sporttalenten ook op om binnen ons project Toppers Bij Jou Op School presentaties en beweegactiviteiten op scholen te geven. Ze vertellen hoe leuk het is om te sporten, doelen te stellen en gezond te leven. Deze jonge helden inspireren leerlingen doordat ze relatief dicht bij hen staan. Onder deze toppers zijn ook sporters met een beperking die leerlingen vaak extra motiveren. ‘Als jij in je rolstoel zoveel kunt bereiken, dan mag ik toch niet achterblijven?!’ Dat vind ik ook het goede van het Gelders Jaar van het Aangepast Sporten: het zet dingen in beweging. Ik hoop dat we met voorbeelden van toppers kunnen laten zien dat iedereen gewoon moet kunnen sporten.”